Kwartaal
2: APRIL - MEI - JUNI
Zeeuwse
kreeften hebben een relatief kort seizoen. Het zeeuwsekreeftenseizoen
begint in april en eindigd in juni.
De aanvoer van poon, mul,
zeebaars en snoekbaars begint in mei. Eind mei, begin juni start het
haringseizoen (de Hollandse nieuwe).
Zeeduivel
De
zeeduivel komt voor in de Oostelijke Atlantische oceaan, Zwarte Zee
en de Middenlandse zee. Op zijn best is de zeeduivel in de periode
van maart t/m september, waarbij alleen het staartstuk van de
zeeduivel geschikt is voor de consumptie.
Mul
Ook
de Mul komt voor in de Zwarte Zee, Oostelijke Atlantische oceaan en
de Middelandse Zee en. De Nederlandse vissers vangen deze vis puur
als bijvangst. Het is een typische zomervis, die via de import vanuit
het Midden-Oosten het hele jaar in Nederland verkrijgbaar is.
Rode
poon
De rode poon is net als de Mul een bijvangst voor de
Nederlandse vissers, waarbij er vooral in de zomer aanvoer van is.
Van de poon zijn er twee soorten: de rode poon en de grauwe poon.
Het verschil tussen deze twee soorten ponen is te voelen aan de
zijlijn van de vis. De rode poon beschikt over een stevige smakelijke
visvlees. Daarintegen te de Grauwe poon veel vlakker van
smaak.
Haring
Voor
de vissector van de Noordzee, de Oostzee en de Atlantische oceaan is
de haring een belangrijke vissoort. De haring is het hele jaar
verkrijgbaar, en doorloopt dus een duidelijk cyclus. De haring is
mager in de winter en vet in de zomer. De de grote vangst is de
haring het gehele jaar verkrijgbaar.