Seizoenen
spelen een belangrijke rol bij de kwaliteit van de vis. Tevens is ook
het weer, de paaiperiode en de zee waaruit de vis is gevangen van
invloed op de kwaliteit.
Bij
sommige vissoorten is de vlees in de paaiperiode van mindere
kwaliteit. Met name de platvissen zijn hier behoorlijk gevoelig voor.
Voor specifieke informatie raden wij u aan uw favoriete visspecialist
te raadplegen.
Kwartaal
1: JANUARI - FEBRUARI - MAART
Het
eerste kwartaal van het jaar is het perfecte seizoen voor
schelp- en schaaldieren.
Hieronder vallen bijvoorbeeld fines de
claires, coquilles, venusschelpen, amandes, kokkels, zeeuwse oesters
etc.
Roodbaars
Rond februari start de aanvoer van de
roodbaarzen. De jonge roodbaarzen leven voornamelijk in de baaien van
kustzones en in de fjorden van scandinavië. Wanneer de jongen
wolwassen worden gaan ze richting zee. In de zee leven ze in grote
groepen, en voeden zichzelf met de rijkdom van garnalen en haring.
Roodbaarzen leven in het noorden en worden daarom met name in de
noordelijke zeeën gevangen.
Kabeljauw
In
Nederland is de mooiste kabeljauw vanaf januari verkrijgbaar. De
kabeljauw die op de Nederlandse markten te vinden is, is afkomstig
uit de Noordzee. De verwerking van kabeljauw heeft verschillende
benamingen. Gedroogde kabeljauw noemt men stokvis. Gedroogd en
gezouten kabeljauw noemen we klipvis.
Kwartaal
2: APRIL - MEI - JUNI
Zeeuwse
kreeften hebben een relatief kort seizoen. Het zeeuwsekreeftenseizoen
begint in april en eindigd in juni.
De aanvoer van poon, mul,
zeebaars en snoekbaars begint in mei. Eind mei, begin juni start het
haringseizoen (de Hollandse nieuwe).
Zeeduivel
De
zeeduivel komt voor in de Oostelijke Atlantische oceaan, Zwarte Zee
en de Middenlandse zee. Op zijn best is de zeeduivel in de periode
van maart t/m september, waarbij alleen het staartstuk van de
zeeduivel geschikt is voor de consumptie.
Mul
Ook
de Mul komt voor in de Zwarte Zee, Oostelijke Atlantische oceaan en
de Middelandse Zee en. De Nederlandse vissers vangen deze vis puur
als bijvangst. Het is een typische zomervis, die via de import vanuit
het Midden-Oosten het hele jaar in Nederland verkrijgbaar is.
Rode
poon
De rode poon is net als de Mul een bijvangst voor de
Nederlandse vissers, waarbij er vooral in de zomer aanvoer van is.
Van de poon zijn er twee soorten: de rode poon en de grauwe poon.
Het verschil tussen deze twee soorten ponen is te voelen aan de
zijlijn van de vis. De rode poon beschikt over een stevige smakelijke
visvlees. Daarintegen te de Grauwe poon veel vlakker van
smaak.
Haring
Voor
de vissector van de Noordzee, de Oostzee en de Atlantische oceaan is
de haring een belangrijke vissoort. De haring is het hele jaar
verkrijgbaar, en doorloopt dus een duidelijk cyclus. De haring is
mager in de winter en vet in de zomer. De de grote vangst is de
haring het gehele jaar verkrijgbaar.
Kwartaal
3: JULI - AUGUSTUS - SEPTEMBER
Tong
De
tong komte veel voor in de Golf van Biskaje, de Middelandse zee tot
aan de randen van de noordzee. Hierbij is de tong van juni tot
en met september op zijn best. De kleinere soorten onder de tongen
worden sliptong genoemd.
Zeewolf
De
zeewolf komt voor in de noordzee en het noordelijke deel van de
Atlantische Oceaan en wordt als bijvangst door de schol en
tong-vissers aangevoerd. Hierbij zijn wijn Nederlanders afhankelijk
van landen als Noorwegen, Rusland en Duitsland.
Griet
Ook de groet wordt als
bijvangst door de tong- en scholvissers gevangen. Dit zorgt ervoor
dat er het gehele jaar een aanvoer is van deze vissoort. De Griet is
een matig vette vis, met een prettige structuur, en kan gezien worden
als een goede vervanger voor de duurdere Tarbot.
kwartaal
4: OKTOBER - NOVEMBER - DECEMBER
Rog
In
de Middellandse Zee en de noordoostelijke Atlantische oceaan komen in
totaal 36 soorten roggen voor. Een goede aanvoer van de rog vind je
vooral in het voor- en najaar, waarbij de stekel en doornrog met name
in Noorzee van Nederland te vinden is. Het meest smakelijke deel van
rog zijn de vleugels, die vaak los te koop zijn.