Anticiperend rijden word je makkelijker gemaakt door de aanwezigheid
van verkeersborden en andere herkenningspunten zoals verkeerslichten.
Verkeersborden geven een indicatie van wat je verderop te wachten
staat.
Zie je een witte driehoek met rode rand en de punt naar beneden? Dan nader je een voorrangsweg en de kans is groot dat je iemand voorrang moet
verlenen. Begin dus tijdig met gas loslaten.
Als je de voorrangsweg dicht bent genaderd, pas je een ander
handigheidje toe. Kijk door de bocht heen om het verkeer zo vroeg
mogelijk te zien. Zo voorkom je dat je in de bocht ineens moet remmen.
Zoals je in de afbeelding ziet, kan je met de goede techniek overig
verkeer veel sneller waarnemen.
Je komt aanrollen met een lekker vaartje en hebt geen ander verkeer
waargenomen. Probeer dan nu de bocht te ronden met een zo hoog
mogelijke snelheid. Let op: dit betekent niet dat je als een
coureur moet handelen. Als je met piepende banden de bocht rondt, dan
ging je duidelijk te hard.
Waar het om gaat is dat je bochten vaak met een hogere snelheid kan
nemen dan je gewend bent. Je gaat proberen de ideale lijn te volgen. Dat
wil zeggen: de bocht zo ‘vlak’ mogelijk nemen. Zoals je in de afbeelding
ziet, rij je met de goede techniek een veel rechtere lijn waardoor uw
snelheid hoger kan liggen.
Zet de versnelling niet terug naar z’n 2 zoals je waarschijnlijk gewend
bent, maar zet hem in z’n 3 (ervan uitgaand dat je kwam aanrijden in z‘n
4). Is het een flauwe bocht waar je niet onder de 40 km/u komt, dan kunt
u de versnelling ook in z’n 4 laten staan. Geef in de bocht niet teveel
gas, maar laat het gas ook niet helemaal los.