De meeste mensen hebben een eigen woning dankzij een hypotheek. De woonlasten die voor een belangrijk deel bestaan uit hypotheekrente en verplichte aflossing worden dus vooral bepaald door de te betalen rente. De wet hanteert strakke spelregels voor de verstrekking van nieuwe hypotheken. Sinds 2018 kun je maximaal 100% van de woningwaarde lenen. Het hypotheek bedrag mag niet hoger zijn dan de woningwaarde. Dit betekent dat de bijkomende kosten gesteld op ca. 6 % van de koopsom niet gefinancierd kunnen worden. De kosten bestaan uit: overdrachtsbelasting, kosten hypotheekadvies, notaris- en kadasterkosten, hypotheekakte en leveringsakte, taxatie en borgtochtprovisie NHG.
Vuistregel
De verhouding tussen je hypotheek en je inkomen noemt men ook wel loan to income, afgekort LTI. De maximale hypotheek op basis van het inkomen heet ook wel de maximale LTI. De maximale LTI is meestal 4,5. Dat wil zeggen dat de hypotheek 4,5 keer het inkomen mag zijn. Een hypotheek van 350.000 vereist dus een bruto jaarinkomen van 78.000 euro. Voor een werknemer betekent dit een maandinkomen van 6.000 euro.
Woonquote
De woonquote bepaalt wat je maximale hypotheeklast per jaar mag zijn oftewel
hoeveel kan ik lenen voor een woning. Het is een percentage dat afhangt van het inkomen per jaar, de hypotheekrente en de leeftijd. De woonquote geeft in feite aan wat je van het jaarinkomen kunt betalen aan hypotheeklasten in de vorm van een percentage. De woonquote wordt ook wel woonlastpercentage genoemd. Maar het gaat om de hypotheeklasten in plaats van de totale woonlasten. De woonquote is afhankelijk van inkomen, hypotheekrente, rentevaste periode en leeftijd. Hoe hoger het inkomen hoe hoger de woonquote. Op basis van de maximum berekende hypotheeklasten wordt het maximum hypotheekbedrag bepaald. Andere verplichtingen verlagen de woonquote zoals alimentatieverplichtingen, studiebeurs en andere lening aflossingen.
De lage rente heeft ook een keerzijde. De afgelopen jaren beleefde de huizenmarkt een ware rally. De spaarder is een van de grootste slachtoffers van de historisch lage rentestand. De afgelopen jaren is de spaarrente bij alle banken zo ongeveer naar het nulpunt gekropen.